Aardewerk uit Tell Tweini

Aardewerk is de meest voorkomende vondst tijdens de opgravingen in Tell Tweini. Een grondige studie van dit materiaal laat in de eerste plaats toe om de stratigrafie of de bewoningsgeschiedenis van de site te reconstrueren. De studie geeft ook een idee over het gebruik van de aardewerken voorwerpen in de huishoudelijke en ambachtelijke contexten uit verschillende periodes. Tenslotte kan de verspreiding van aardewerk in een regionale context een inzicht bieden in (handels)contacten tussen Tell Tweini en de naburige nederzettingen. We geven hier een overzicht van de archeologische periodes met de belangrijkste keramische vondsten.

De oudste vondsten op de tell gaan terug tot het einde van de Vroege Bronstijd (ca. 2300 – 2000 v. Chr.). De decoratie op dit aardewerk is vaak aangebracht met een kam en bedekt het volledige lichaam.

Wandscherf uit de Vroege Bronstijd

Rode en zwarte vaasjes uit de Midden Bronstijd

Bord uit de Midden Bronstijd

Kom met scherpe knik uit de Midden Bronstijd

Uit de Midden Bronstijd (ca. 2000 – 1600 v. Chr.) zijn al heel wat archeologische contexten gekend met aardewerk in situ of in primaire context. In het bijzonder de graven uit deze periode zijn erg goed gedocumenteerd in Tell Tweini. Kenmerkend voor een groep grafgiften uit deze periode zijn kleine rode of zwarte vaasjes. Ze zijn 10 tot 20 cm hoog, hebben een klein rond handvat en een peervormig lichaam. Allen zijn ze grondig gepolijst. Bij dat assemblage horen ook platte schalen en kommen met een scherpe knik in de wand, vermoedelijk als imitatie van metalen voorwerpen. Soms wordt er ook nog een kruikje bijgezet dat vermoedelijk uit Cyprus werd geïmporteerd. Het gaat dan om zogeheten ‘eye-juglets’ of kruikjes in de Cross Line of Pendent Line Style, allen uitgevoerd in de White Painted Ware.

De bewoning in de Late Bronstijd (ca. 1600 – 1200 v. Chr.) is ook erg verspreid over de tell. Het aardewerk suggereert dat de toenmalige bewoners van Tell Tweini erg geïnteresseerd waren in voorwerpen uit Cyprus, Egypte en de Egeïsche wereld, net zoals de bevolking van de nabijgelegen stadsstaat Ugarit. Zo worden vazen opgegraven gemaakt in zogeheten Base-ring Ware I en II, White Slip Ware I en II en Red Lustrous Ware die vermoedelijk allemaal geïmporteerd zijn uit Cyprus, of toch minstens sterk verwijzen naar gelijktijdige pottenbakkerstradities van dat eiland.

Ook zijn er resten gevonden van een mengkrater in de zogeheten Charioteer Style (Laat Helladisch IIIA:2). De geschilderde scènes tonen twee krijgers op een strijdwagen getrokken door een tweespan, gevolgd door een processie van priesters en muzikanten. Deze grote vazen worden in Ugarit bijna uitsluitend in graven gevonden en blijken speciaal in de Griekse Peloponnesos te zijn vervaardigd voor export naar de Levantijnse kusten via Cyprus. Verder onderzoek moet uitwijzen of de vaas en andere Laat Helladische vazen uit Tell Tweini in die regio zijn geproduceerd of niet (zie INSTAP project).
Hoewel de hoger vermelde vormen en stijlen de meest opvallende scherven in de Late Bronstijd lagen zijn maken ze slechts een klein percentage van het totale aantal scherven uit. De overgrote meerderheid van de vormen is lokaal geproduceerd. Zo zijn er bijvoorbeeld heel wat voorraadkruiken met een hoge uitwaaierende hals en typerende voet gevonden, kookpotten, schalen en kommen maar ook muurlampen en gewone lampen.

De lagen die gedateerd worden in de IJzertijd (ca. 1200 – 4de eeuw v. Chr.) worden gekenmerkt door een duidelijk verschil in aardewerk ten opzichte van de voorgaande periodes, zowel in vormen als in de samenstelling van de pasta. Een onderzoeksprogramma in 2004 wees uit dat de klei voor deze pasta’s in de onmiddellijke buurt van de tell kon worden gemijnd. Het toevoegen van een andere magering vormt één van de verschillen met de pottenbakkerstechnieken uit de Late Bronstijd waardoor er visueel vaak geen enkele gelijkenissen tussen de pasta’s is.
Opvallend in het eerste deel van de IJzertijd zijn de vazen met rode en zwarte beschildering. Het gaat vaak om geometrische figuren. Een aantal van deze motieven worden overgenomen uit het repertoire van de Late Bronstijd maar andere decoratiepatronen lijken sterk op wat gelijktijdig ook in Cyprus in zwang was. Er is trouwens opnieuw een relatief grote import van Cypriotisch aardewerk in Tell Tweini. Dit Cypriotische aardewerk is versierd met zwarte lijnen in geometrische motieven.
In het tweede deel van de IJzertijd wordt dit repertorium vervangen door vazen die overwegend rood beschilderd zijn, soms ook gepolijst. Ook grote bassins worden op die manier beschilderd. Erg veel voorraadkruiken uit deze periode zijn gevonden, allen met een standaardopening van 8-10 cm, wat duidt op een grote productie.

Op het einde van de IJzertijd wordt de nederzetting op Tell Tweini verlaten. De tell wordt dan enkel nog gebruikt als begraafplaats in de Hellenistische en Romeinse periode. Sporadisch worden resten van sarcofagen en enkele bijgaven gevonden.

Scherf in Red Lustrous Ware

Scherven in Base-ring Ware II

Scherf in White Slip II