Het oude Gibala bevond zich op de plaats van de moderne stad Jebleh aan de Syrische kust. De stad ligt een 30 kilometer ten zuiden van Lattakia en ongeveer 40 kilometer ten zuiden van de oude stad Ugarit/Ras Shamra.Jebleh ligt in een brede en vruchtbare vlakte. De stad beschikt over een kleine vissershaven. Binnen de stadsgrenzen en in de onmiddellijke omgeving zijn heel wat antieke resten bewaard.

Net ten oosten van de stad ligt de archeologische site van Tell Tweini. De stad zelf is gebouwd op de resten van de Fenicische en Romeinse stad. Het Romeinse theater is daar een indrukwekkende getuige van. De stad en haar omgeving zijn sinds 1999 onderwerp van een uitgebreid archeologisch en historisch project geleid door de K.U.Leuven.

Tell Tweini bevindt zich amper één kilometer ten oosten van de bebouwde kom van Jebleh. De tell ligt op het kruispunt van twee rivieren. De Rumailiah rivier loopt van de tell naar een zandige baai die zichtbaar is vanaf de punt van de tell. Hier was vermoedelijk de oude haven van Gibala gesitueerd.  De tell is peervormig en het smalste deel wijst naar het westen. De tell is ongeveer 400 meter lang (oost-west) en 290 meter breed (noord-zuid) met een totale oppervlakte van 11,6 hectare en rijst 20 tot 25 meter boven de omringende velden uit.

Het archeologische project in Tell Tweini is een multi-disciplinair programma, opgestart op vraag van het Syrische Departement voor Oudheden. Prof. Dr. Michel Al-Maqdissi en Prof. Dr. Karel Van Lerberghe (K.U.Leuven) zijn de directeurs van het project.
Het doel van het project is om de archeologische lagen van het begin van de Bronstijd tot de Vroege IJzertijd te bestuderen met behulp van de modernste wetenschappelijke technieken. Er is in het bijzonder aandacht voor de technologische veranderingen in de materiële cultuur en de verschillende economische strategieën.

Het is ook de bedoeling om een volledige chronologische sequentie te maken van de Vroege Bronstijd tot de IJzertijd. In de laatste acht campagnes, van 1999 tot 2007, werden verschillende delen van de tell onderzocht. Er werden bewijzen gevonden voor ononderbroken bewoning op de tell van de Vroege Bronstijd tot in de IJzertijd. Van bijzonder historisch belang is het feit dat de site geen onderbreking in bewoning kent omstreeks 1200 v. Chr., de periode waarin het Nabije Oosten geschokt wordt door de veroveringen van de enigmatische “Zeevolkeren”. Deze “Zeevolkeren”, die ook het koninkrijk van Ugarit vernietigden, maken nog steeds het voorwerp uit van de wetenschappelijke en politieke discussies (zie artikel, lees).

Het Veld A ligt in het midden van de tell. Hier bevond zich het antieke stadscentrum met acropolis; publieke gebouwen, woonhuizen, workshops, kleine steegjes en grote straten. Dit stadsgedeelte ontstond in de Vroeg-Bronstijd. De archeologische restanten verwijzen naar een bruisend stadsleven van in de Vroeg-Bronstijd (ca. 2500 v.Chr) tot in de Late IJzertijd. Talloze graven uit de Midden-Bronstijd werden onder de huizen van Veld A ontdekt (zie poster, lees). Tijdens de campagnes van 2006-2007 werd op het zuid-westelijk deel van Veld A een groot publiek gebouw blootgelegd. 

Het project zal over vele jaren lopen en is zeer gewenst door de Syrische autoriteiten. De samenwerking werd in 2004 opnieuw voor vijf jaar hernieuwd. Eén van de doelstellingen van het project is jonge onderzoekers en studenten in contact te brengen met gerenommeerde binnen- en buitenlandse wetenschappers om hen zo een brede kijk op hun studiegebied mee te geven. Tevens trainen we Syrische architecten en archeologen in Syrië en in Leuven.

De minutieuze opgravingen in Tell Tweini bevestigen het imago van de K.U.Leuven als universiteit waar een grote belangstelling en traditie bestaat van de archeologie van het Midden-Oosten. De interdisciplinaire opgraving van Tell Tweini sluit daarnaast onmiddellijk aan bij het onderzoek van de Afdeling Het Oude Nabije Oosten en de faculteit Theologie.

Interdisciplinair onderzoek

Verschillende groepen van de K.U.Leuven zijn nauw betrokken bij het Gibala Project:
Oude Nabije Oosten (Prof. K. Van Lerberghe en Prof. J. Bretschneider),

  • Center for Archaeological Sciences (Dr. V. Linseele & Dr. F.-X. Ricaut)
  • Bijbelse wetenschappen
  • Laboratorium voor mineralogie en toegepaste mineralogie van het Centrum voor Bio- en Geoarcheologie (Prof. E. Paulissen, Dr. P. Degryse)
  • ESAT archeologische beeldverwerking (Prog. L. Van Gool)
  • Palynologie (Dr. D. Kanievski)
  • Centrum Menselijke Erfelijkheid (Prof. J.J. Cassiman),
  • Chemische ingenieurstechnieken (Prof. C. Vandecasteele).
  • Topografie (Prof. Em. F. Depuydt)

De volgende medewerkers zijn verbonden aan het Departement Oosterse Studies van de K.U.Leuven en nemen deel aan het Gibala Project:

  • T. Boiy, J. Bretschneider, A. Goddeeris, H. Hameeuw, G. Jans, S. Saleh, J. Tavernier, K. Vansteenhuyse, K. Van Lerberghe en G. Voet

Voor andere specifieke onderzoeksdoelen van het project wordt nauw samengewerkt met andere universiteiten en instituten in binnen- en buitenland:

  • Syrische Departement van Oudheden
  • Université Catholique de Louvain (project Topography of Power) (Prof. J. Driessen)
  • Universität Basel (paleobotanica) (Drs. P. Vandorpe)
  • Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (archeozoölogie) (Dr. W. Van Neer)
  • Universität Münster (ugaritologie) (Prof. M. Dietrich)
  • Universität Münster (Afdeling Oude Nabije Oosten) (Prof. H. Neumann & Prof. R. Dittmann)
  • Universiteit Leiden

Financiering

Het Gibala Project is na een eerste verkenningsperiode in een belangrijke onderzoeksfase gekomen. Diverse financieringsaanvragen werden ingediend en gehonoreerd bij officiële instellingen: Onderzoeksfonds K.U.Leuven, FWO – Vlaanderen, Nationale Bank van België. De financiering van het Gibala project blijft echter onzeker wat de continuering in deze belangrijke fase bedreigt.

Indien u ons wil helpen dan is dit mogelijk door een bijdrage te storten op rekening 432-0000011-57 van het ‘Universiteitsfonds K.U.Leuven’, Minderbroederstraat 5, 3000 Leuven met vermelding: FVK-EXCAV1-P3610. Omdat de sponsoring gebeurt via het Mecenaatsfonds van de K.U.Leuven is elke bijdrage vanaf 30 Euro fiscaal aftrekbaar.